Mythes en mijmeringen over mountainbiken
08:30
Ik ben gedropt in Terlanen, een dorp met drie straten rond een kerk en deelgemeente van Overijse. Dit wordt een weekend voor mezelf op de mountainbike. Het is een cadeau voor vaderdag dat ik zelf in elkaar mocht knutselen. Het zullen 147 prachtige kilometers en 1800 hoogtemeters worden.
De benen zijn amper wakker en na 500m gaat het off-road al 20% naar omhoog. Medelijden met deze man van 43 is onnodig want ik heb het zelf gezocht. Dacht u spontaan “vent met midlifecrisis” toen u dat las? “Het is stukken veiliger dan een moto” zou ik u stellig antwoorden. Dat is de waarheid slechts een klein haarspeldbocht geweld aandoen. Het moet tussen ons al best intiem zijn voor ik u de littekens kan tonen van een heupbreuk. Dat ik enkele centimeters ben gekrompen na een samengedrukte wervel en een gebroken schouderblad kan u wel zien, namelijk aan mijn blik die naar omhoog is gericht telkens de betere helft boven mij uit torent op haar hakken. Ik ben verre van de meest technisch onderlegde mountainbiker, maar toch moet ik toegeven dat ik telkens de grenzen verleg: verder, hoger, steiler, riskanter.
08:32
De eerste top is bereikt en ik zoef naar beneden over een grindpad met veel losse stenen. Hashtag #genieten. Ik hoor u alweer een andere suggestie maken. Als dit geen midlifecrisis is, dan ben jij toch altijd een sportieve mens geweest, Erwin? Mensen delen anderen graag op in dichotome categorieën. Slim en dom. Klein en groot. Sportief en niet sportief. Ik zou tien jaar geleden heel hard hebben gelachen met de Erwin van vandaag. Waarom moe worden als lui zijn ook kan. Sporten was voor uitslovers en mensen die de helft van hun leven bij de kiné slijten. (Helemaal ongelijk had ik toen niet.)
Sportief of niet sportief, laten we een klein gedachtenexperiment doen. Vindt u zichzelf creatief? Ik wed dat de meerderheid van de mensen zal zeggen dat ze niet creatief zijn. Het woord “zijn” klinkt alsof het een aangeboren persoonlijkheidskenmerk is. Ik hoor dat op mijn werk en zie het bij studenten. Door gerichte oefeningen en technieken aan te bieden, leren ze dat iedereen creatieve dingen kan doen en dat het “zijn” creativiteit niet in de weg staat.
Ik denk dat bovenstaande redenering ook geldt voor sportiviteit. Afgezien van ieders fysieke mogelijkheden en grenzen, kunt u zichzelf een niet sportief persoon vinden en toch regelmatig bewegen. Dus ja, ik ben sportief. Niet omdat ik veel beweeg, maar omdat ik dat van mezelf vind. En even terzijde, intensief sporten is bijlange niet gezond. Vraag dat gerust aan iedere orthopedist.
De sport “mountainbiken” bestaat ook niet. Er is cross-country (wat Mathieu MVDP doet als hij van een rotsblok jumpt), enduro (steil naar boven, steil naar beneden), downhill (heel steil naar beneden), shorttrack (kort en heel snel) en dan is er het brede-banden-op-Vlaamse-boerenwegels.
Over dat laatste: het is typisch Vlaams dat onze wieleramateurs in de winter hun racefiets ruilen voor een mountainbike om in de modder te dabben. Elders in de wereld is mountainbiken een zomersport. Iets met dure onderdelen die niet goed tegen vuil kunnen, naar ‘t schijnt. U herkent de Vlaamse mountainbiker steevast aan de lycra outfit. Voor de weg is lycra prima maar passeer een dichtgegroeid paadje met doornenstruiken of scheer eens rakelings langs een prikkeldraad en u zal merken dat een “baggy” outfit toch net ietsje meer bescherming biedt.
08:39
Nog geen 10 minuten onderweg en ik zie een ree wegschieten. Vogels die kwetteren, konijnen die wegspringen, bomen die ruisen, reeën en vossen die zich per abuis laten opmerken… Het fietsen in de natuur is één van de hoofdredenen waarom ik off-road paadjes verkies boven de weg. Ik las op Twitter dat wandelen in het bos even helend kan zijn als een bepaalde psychotherapie (EMDR). Dat ze hetzelfde eens onderzoeken voor fietsen, dacht ik toen.
Over de lelijkheid van dit land valt veel te zeggen. De schoonheid ontdekt u maar door uit de zetel te komen. Heuvels en dalen, klaterend water, prachtige open plekken en dichtgegroeide loofbossen… we hebben het allemaal. Ik ben 100% objectief (kucht) als ik beweer dat er geen beter middel is om lange afstanden te doen en die schoonheid te ontdekken dan op de mountainbike.
Populair zijn mountainbikers niet in de natuur. Ik rij deze tocht weekend op een afgepeild traject van Sport Vlaanderen en dit is best een pittige route. De doorsnee routes in Vlaanderen zijn brede landwegels op maat van de laatste New Holland tractors. Dus mountainbikers komen wel eens waar ze niet horen te rijden als ze op zoek zijn naar meer uitdaging. En ja, dat is tot groot ongenoegen van de boswachters en beheerders van natuurgebieden.
Laat ik helder zijn. Mountainbikers horen geen kwetsbare natuurgebieden te verstoren en al zeker niet te passeren in broedseizoen. Maar er ligt een oceaan van ruimte tussen wat er vandaag kan en wat er mogelijk zou zijn. In Vlaanderen mag u nergens fietsen tenzij het is toegelaten. Ieder bos of natuurgebied heeft een toegankelijkheidsregeling en de regels zijn (wat dacht u) overal anders. Waarom het simpel houden als het ook complex kan. Daarom hebben enkele mountainbikers zich verenigd in MBF Vlaanderen. Hun missie: mountainbikers responsabiliseren om de regels te doen naleven en tegelijkertijd een dialoog houden met de gebiedsbeheerders zodat er meer ruimte zou komen mountainbikers.
08:46
In het bos passeer ik de eerste joggers en mensen met een hond. Misschien was u dat wel en hebben wij elkaar al eerder een vluchtige ontmoeting gehad. Weet u het niet zeker? Wel, ik ben die vriendelijke mountainbiker met zijn fluwelen belletje die altijd vriendelijk “goeiemorgen” en “dankuwel” zegt. Het pad is smal maar met een beetje goede wil van beide kanten, lukt het altijd. Met eigenaars van loslopende honden heb ik minder geduld en zal ik mijn bel assertiever laten horen. Zo trouw vind ik die viervoeters niet als ze zonder lijn voor mijn wiel lopen of naar mijn enkels springen.
De ruimte voor mountainbikers is bijzonder beperkt en dat is een andere reden voor MBF Vlaanderen om aan de toegankelijkheidsregelingen te sleutelen. De ultieme hoop is hun streven naar principiële toegankelijkheid voor fietsers op alle paden (zoals die geldt voor wandelaars). In Nederland zie ik vaker dat mountainbikers een aparte route krijgen en dan betaalt u een klein bedrag voor een vignet dat het onderhoud van de route vergoedt. Ik vrees dat we die plaats in Vlaanderen niet (meer) hebben om iedereen zijn eigen pad te geven.
08:51
Wanneer ik het niet verwacht, gaat het ineens via een korte, haakse bocht en een reeks boomwortels steil naar beneden. Het was niet voor niets dat mijn fiets de afgelopen week een uitgebreid onderhoud onderging. Met nieuwe remblokken en Dirk Porrez’s dooddoer “Safety First!” in gedachten, duik ik zonder kleerscheuren naar beneden.
Als ik de clichés over mountainbiken opstapel in deze tekst, kan deze er nog bij: waar men gaat langs Vlaamse wegen komt men kapellen met Mariabeelden, opgeschoten brandnetels en mannen met veel te dure fietsen tegen. Duur is relatief voor de uren plezier die ik ermee beleef.
Ook zonder dikke portemonnee zijn er tal van manieren om plezier te beleven aan een mountainbike. Voor de doorsnee route van Sport Vlaanderen of een zondagse toertocht is een aluminium fiets die technisch in orde is en alleen een vering vooraan heeft meer dan voldoende. Nochtans zou het niet slecht zijn, mocht de gemiddelde mountainbiker met een fractie van haar of zijn fietsbudget een clinic volgen (shout out naar MTB Clinics 🤘). Durf is goed, techniek is beter.
09:00
Ik ben een halfuur onderweg en de route kruist nu het Meerdaalwoud in Oud-Heverlee. Dat is één van de gebieden waar de dialoog met de lokale boswachter zijn vruchten afwerpt. Op dit punt beslis is ik om mijn indrukken van mijn fietsweekend in te spreken op mijn telefoon. Ik zal later tijdens het uittikken van deze tekst vooral luisteren naar onsamenhangende woorden van een man buiten adem. Gelukkig zijn er nog de herinnering aan een fantastisch weekend. Wie rijdt de volgende keer mee?