“Sir, sir! Can I use your phone?”
Ik ben net vertrokken voor een mountainbikerit. Een jongen — ik schat hem 13 — spreekt mij overstuur aan.
Hij heeft deze middag een nieuwe fiets gekocht en is verloren gereden. Hij wil zijn papa bellen.
Het nummer klopt niet. De paniek slaat hem om het hart. De tranen staan in zijn ogen.
Ik probeer uit te vissen waar hij woont. Het komt er met horten en stoten uit. Het blijkt 16 km en vele dorpen verder te zijn.
Ik stel voor hem met mijn auto te brengen. Dat wil hij niet. Gelijk heeft hij. Welk kind zou er bij een wildvreemde in de auto stappen?
We besluiten dat ik hem zal gidsen naar huis. Ik maak me zorgen. Het is valavond en een donderwolk komt onze richting uit.
Na 1 km stapt hij af. Hij is doodop. Aan dit tempo raken we nooit bij hem thuis voor het donker. Hij weigert opnieuw mijn aanbod om met de auto te gaan.
Dit. Komt. Niet. Goed.
We vertrekken weer. Ik heb een Plan B in mijn gedachten, maar daarvoor moet ik zijn vertrouwen winnen.
We praten over koetjes en kalfjes. Hij is onder de indruk van mijn fiets en helm. Gisteren is hij voor het eerst naar school geweest in ons land. Hij woont nog maar twee weken in België. Zijn Engels is gebrekkig maar we begrijpen elkaar.
Ik vraag of zijn papa de politie zou hebben gebeld. Het woord “police” doet geen goed aan onze vertrouwensband. Zijn ogen schieten alle kanten uit.
Straat per straat komen we dichter bij mijn Plan B. De donderwolk doet wat ik had gehoopt: ze begint te regenen.
Ik leg hem uit dat we hulp nodig hebben en dat ik die kan vinden in de Dalstraat. Daar is het politiebureau. Ik gok dat hij dat niet weet.
Twee agenten komen ons tegemoet.
“Ge hebt em gevonden!” roept de één.
“Ocharme, het manneke. Aaar joe tajert?” zegt de ander.
Hij is tien jaar en al uren onderweg. Zijn ouders zijn doodongerust. Hij staat overal geseind.
De éne agent biedt hem frisdrank aan en slaat een arm om zijn schouder. Eind goed, al goed.
“U hebt uw goede daad vandaag gedaan, meneer.”
Ik pink een traan weg en vervolg mijn tocht. Het zal je kind maar wezen.
****, het ga je goed in je nieuwe land.
Foto door Robert Bye via Unsplash