De stad Sint-Niklaas viert dit jaar zijn 800ste verjaardag. Sinds 2003 woon ik in deze stad. Ik heb veel zien veranderen en bewegen. Vandaag durf ik zeggen dat dit mijn stad is, maar dat is niet vanzelf gegaan.

Ik loop echter vooruit. Laat mij bij het begin beginnen.

Vogelpik

Het was de liefde die mij vanuit het dorp Sint-Mariaburg (op de grens tussen Antwerpen en Brasschaat) naar Sint-Niklaas bracht: niet voor een Sinnekloasse maar voor een Roeslaarse. Waarom Sint-Niklaas? Ik beken dat daar geen uitgebreide studie aan vooraf ging. Het was vogelpik op de E17.

Haar belangrijkste argument was dat we de Schelde niet zouden oversteken. Ik heb nog geargumenteerd dat daar een tunnel onder loopt die je zonder natte voeten naar de andere kant brengt. Het heeft niet geholpen. Voor haar was niet alleen het water te diep, maar Antwerpen was in de eerste plaats een mentale barrière. Dus ik plooide en het werd Sint-Niklaas.

Even terzijde: die Kennedytunnel is al lang geen hulp meer om snel naar de andere oever te geraken. De rivier is opnieuw een fysieke hindernis. Vrouwelijke intuïtie van mijn lief, als u het mij vraagt.

Geen liefde op het eerste gezicht

Het was geen liefde op het eerste gezicht in Sint-Niklaas. Ik bedoel dat niet negatief. Ik wist gewoon niets over deze stad. Mocht Erik Van Looy mij toen in de Slimste Mens vragen ‘Wat weet je over Sint-Niklaas?’, dan zou ik de antwoorden schuldig blijven en snel de tijd stopzetten. Ondertussen weet ik dat ik met ‘Tom Lanoye, Grote Markt, Alex Callier en luchtballonnen’ al een heel eind geraak.

Beetje bij beetje heb ik de stad leren kennen: haar (fiets)straten, pleinen en fietswegels, haar winkels, haar schouwburg… Onze eerste jaren in de stad waren ook de tijd van de grote infrastructuurwerken, zoals de heraanleg van de Grote Markt en het Stationsplein. Beide hebben hun gebreken, maar er gebeurde eindelijk ‘iets’. Dat er wat gebeurde, werd voor de buitenwereld duidelijk toen een massahuwelijk plaatsvond op de Grote Markt. Enkele witte mensen hadden geweigerd om getrouwd te worden door een zwarte schepen. Samen met honderden andere koppels gaven mijn lief en ik daar ons ja-woord. Als generale repetitie voor ons ja-woord twee maanden later kon dat tellen.

We hebben nooit gekozen voor Sint-Niklaas. Sint-Niklaas is ons overkomen.

Zo bleven we hangen in Sint-Niklaas. Opnieuw ging daar geen uitgebreide studie aan vooraf. Voor we het wisten, hadden we een huis gekocht / verbouwd en onze bescheiden bijdrage geleverd aan de groei van het aantal inwoners in de stad. We hebben nooit gekozen voor Sint-Niklaas. Sint-Niklaas is ons overkomen.

Volgens Van Dale is een migrant iemand die naar een andere streek of een ander land verhuist. Dat maakt ook van mij een migrant in deze stad van vele kleuren, culturen en talen. Het Sinnekloas dialect zal ik wel nooit onder de knie krijgen. Voor mijn kinderen is er op dat vlak meer hoop. Zij pikken het Sinnekloas zonder problemen op in de Onze-Lieve-Vrouw-Presentatie-school, met dank aan vriendjes en leerkrachten. Bewust van mijn migranten-etiket, vraag ik me af hoe lang dat ‘migrant zijn’ duurt. De ironie is dat de Turkse bakker die hier al drie generaties woont, nog altijd wordt bekeken als een migrant maar wel perfect Sinnekloas spreekt.

Stationsstraat

Behalve het typische dialect is er ook de ‘mentaliteit’ van Sint-Niklaas. Johan De Vos (ook een migrant) schrijft daarover in Het boek van Sint-Niklaas:

‘Deze stad werkt op mijn zenuwen. Haar voorkomen, haar lucht, haar geluiden en geuren veroorzaken gevoelens van afkeer. En dan is er nog die mentaliteit. (…) Ik ervaar Sint-Niklaas als een inwonende tante: ze is ambetant, maar ik heb haar nodig, voor het geld en omdat ze op het huis let als ik er niet ben.’

Voor mij komt die mentaliteit het best tot uiting als ik de Sint-Niklazenaar over zijn stad hoor spreken. Ik ken helaas weinig Sint-Niklazenaren die trots zijn op hun stad. Er is altijd een ja-maar. Het glas is altijd half-leeg. Neem nu de Stationsstraat. Deze was ooit in Sint-Niklaas wat de Meir is voor Antwerpen. Dat ging zo door tot het lokale ‘koopcentrum’ aan de rand van de stad werd uitgebreid tot het beruchte Waasland Shopping Center. De kroniek van een aangekondigde leegstand volgde in de binnenstad.

Ondertussen probeert het stadsbestuur het tij te keren met een heraanleg van de straat en tal van andere maatregelen. Slimme ondernemers staan op en zien hun kans om zich in de Stationsstraat te vestigen. Vraag echter aan de Sint-Niklazenaar wat hij of zij van de Stationsstraat vindt en er wordt schande gesproken over de leegstand. Ondertussen doen het koopcentrum en Bol.com gouden zaken, terwijl VerlindenVan Poeck en Timmermans op de Sint-Niklazenaren wachten.

Grote Markt

Een ander voorbeeld is de Grote Markt. Ik vind dat een fantastische plek: als donderdagse markt, om ballonnen te laten opstijgen, om concerten te organiseren, om naar de Rode Duivels te kijken op groot scherm, om aan de langste veggietafel te zitten, om te strandvolleyballen…

Ik geef toe: het is een kale vlakte op de momenten dat er geen activiteit plaatsvindt, hoogstens nog functioneel als dak voor de ondergrondse parking. Meer groen zou niet misstaan in deze betonnen woestenij is, maar dat is niet de essentie van deze Grote Markt. Die markt is voor mij het kloppende hart van deze stad. Ze brengt alle Sint-Niklazenaren bij elkaar — ongeacht hun afkomst — en dat is haar ware kracht. Ondertussen kijk ik uit naar het nieuwe groen op het Hendrik Heymanplein.

Ingebeelde zieke

Natuurlijk zijn die kale vlakte en leegstand godgeklaagd, maar alles hangt af van het perspectief. Daarom vergelijk ik de Sint-Niklazenaar graag met ‘De ingebeelde zieke’ van Molière. In deze komedie klaagt een hypochonder voortdurend over zijn ingebeelde darmproblemen. Die ingebeelde ziektes vatten voor mij de mentaliteit van Sint-Niklaas samen. Het is de mentaliteit om af te geven op wat fout gaat zonder te erkennen waar wel iets gebeurt of wat je zelf kunt doen.

Ik ben het klagen en zagen over de stad gewoon geworden. Soms is het komisch, dan weer intriest. Toch kan ik moeilijk aanvaarden. Over mijn lief zeggen ze: ‘you can get the girl out of West-Vloanders but West-Vloanders not out of the girl’. Hetzelfde geldt voor mezelf. Een Antwerpenaar kan ook een stukske zoagen over ‘t stad, maar zeg één verkeerd woord over zijn stad en hij gaat in de verdediging. Het is niet voor niets dat zij alles buiten Antwerpen als parking beschouwen 😉

(Tip: je kunt beter buiten Antwerpen parkeren want je geraakt er toch niet in.)

Mijn stad

Als ik met mijn ma telefoneer en ik vertel dat ik even naar ‘t stad ga voor een koffie, verklaart ze mij gek dat ik daarvoor naar Antwerpen rij. Voor mensen uit Antwerpen en omgeving is het nu éénmaal moeilijk te begrijpen dat er nog andere steden in de wereld zijn buiten Antwerpen. Toch is Sint-Niklaas vandaag mijn stad.

Sint-Niklaas is geleidelijk aan onder mijn huid gekropen. Ik fiets hier met plezier langs pareltjes van Art Nouveau en Art Deco-huizen. Ik geniet ieder seizoen van het jonge podiumgeweld in de Stadsschouwburg. Ik weet waar ik lekker kan tafelen. Ik ken de beste plekken om koffie te kopen én cappuccino te drinken. Als ik zin heb in ijs, dan kan ik met een app de crèmekar aan huis laten komen. Onze kinderen gaan hier vol enthousiasme naar een fan-tas-tische school. Ze staan op en neer te springen bij iedere luchtballon die ze vanuit onze tuin zien. Voor hen zijn de Vredefeesten en een bezoek aan het Huis van de Sint altijd een hoogtepunt.

Sint-Niklaas is geleidelijk aan onder mijn huid gekropen.

Ik heb een stad gevonden die het half-lege glas weer halfvol probeert te maken. Het is een stad die modern communiceert, soms inspraak verleent aan haar inwoners en een N-VA burgemeester die er is voor al zijn stadsbewoners. Ook in Antwerpen kunnen ze nog iets leren 🙂

Wordt vervolgd?

Ik ben slechts een migrant van de andere Schelde-oever, maar ik beveel mijn mede-stadsbewoners aan om een tikkeltje meer Antwerpenaar te zijn en openlijk trots te zijn op deze stad. We hebben hier alleszins een geweldige ondergrondse parking (grapje!).

Sint-Niklaas, overtuig mij dat ik ongelijk heb.

Even serieus, het zou mij ongelooflijk veel plezier doen om te horen waar u wel trots op bent in Sint-Niklaas. Woont u in deze stad en hebt u zich boos gemaakt tijdens het lezen van dit stukje? Vindt u dat u wel trots bent op deze stad?

Laat het mij weten. Deel dit artikel met vrienden. Stuur mij een mail of reageer via Facebook/Twitter. Zodra ik 100 reacties heb, publiceer ik de Sinnekloasse Stoefers-lijst met alles waar u wél trots op bent. Sint-Niklaas, overtuig mij dat ik ongelijk heb.


PS: ik heb nog een 5de trefwoord waarmee u in de Slimste Mens kunt scoren: asbest. Dat is geen ingebeelde ziekte uit een komedie, maar een reële tragedie waarvoor we niet blind mogen zijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published.