Veldweg. Bosweg. Slijkweg. Platgetreden paadje. Bocht in. Bocht uit. Het gaat lekker op de mountainbike deze ochtend. Goede benen zouden ze zeggen in het peleton. Niet te veel gezopen de avond ervoor zeggen ze aan de start van de zondagse veldtoertocht.
Ook goede benen blijven niet oneindig stampen. Ik ben halfweg en er is in velden noch bossen een bevoorrading te bespeuren. Voor zij die het genre van de veldtoertocht niet kennen: de bevoorrading is die duistere plek (vaak een garage of vervallen schuur) waar zweterige lichamen zich volstoppen met discountersupermarkt suikerwafels en kleffe energiedrank. Het houdt de illusie staande dat dit een sportief uitje is. Echte VTT-anciens weten dat calorieën na afloop best worden aangevuld met het lokale streekbier.
“Hebben jullie de bevoorrading al gezien?” vraag ik aan twee mountainbikers met aardig wat jaren op de teller. “De bevoorrading? Je bedoelt de ravitaillering.” snoeft de éne met een Hollands accent. “Wat zijn die Belgen toch ongeduldig.” zegt de andere en ze lachen eens naar elkaar. Ik schakel een tandje sneller en mijn ego snelt vooruit.
Enkele kilometers en bekers energiedrank later klinkt het achter mijn rug “Ah, de Belg heeft de ravitaillering ook gevonden.” Ik had de heren al verslagen, maar besluit om ze te vervoegen en enkele gemeenplaatsen uit te wisselen.
Het blijkt dat die ravitaillering een begrip is onder profs. En dan zegt Meneer Ravitaillering dat hij ook nog gefietst heeft in de tijd van Merckx. “Vooral wat gewonnen in de Vuelta.” Jaja, dat zal wel, denk ik, maar zijn naam Gerben Karstens doet een vaag belletje rinkelen. We spreken al lachend af aan de volgende ravitaillering. Jammer maar helaas want ik heb goede benen.
Na afloop googel ik Gerben Karstens en – holy fuck – dit was een winnaar van 14 ritten in de Ronde van Spanje en 6 in de Ronde van Frankrijk. En ook nog een Olympische medaille én de clown van het peleton volgens Wikipedia. Wat moet Gerben niet denken over roem en vergankelijkheid.
Heel lang blijft Gerben niet in mijn hoofd ronddwalen. Telefoon. Vrouw en oudste dochter zijn met de fiets in elkaars stuur blijven haken. Met een ambulance afgevoerd. Iets met een schouder van de dochter. Als ik op spoed aankom, blijkt het een zware kneuzing te zijn maar geen breuk. Ze heeft het talent om goed te vallen (in tegenstelling tot haar vader).
Ondertussen hangt iedereen thuis in de zetel. Waar is die ravitaillering als je ze nodig hebt?