Dubai – stad zonder grenzen

Ik verbleef een week in Dubai om een hackathon te organiseren met onze hogeschool en een lokale universiteit. De vele indrukken hebben – ja – indruk gemaakt.

#1

Wat een waanzinnige stad is dit. Alles is grootser, luxueuzer en extremer dan waar dan ook. Vanaf het moment dat je aankomt, voel je dat Dubai een plek is waar niets onmogelijk is. De hoogbouw is eindeloos. Je denkt dat je de rand van de stad bereikt hebt, maar een paar kilometer verder rijzen er weer torens op. Hier is geen sprake van grenzen; alles moet hoger, groter en indrukwekkender.

#2

Meer mensen brengen ook meer verkeer met zich mee. Wij klagen in België over files, maar hier bewijzen ze nogmaals dat bredere wegen simpelweg meer auto’s aantrekken. Zelfs op zeven rijstroken staat het verkeer soms muurvast. Smog en luchtvervuiling horen erbij en zijn een onvermijdelijk gevolg van de constante expansie.

#3

Luxe en uiterlijk vertoon zijn hier overal. Lamborghini’s, Ferrari’s en Rolls-Royces rijden af en aan. Shoppingmalls zijn niet zomaar winkels, maar paleizen waar je letterlijk kunt verdwalen. Alle grote westerse luxemerken zijn in veelvoud aanwezig. Iedereen is hier een ondernemer. Er is geen tijd te verliezen om succesvol te zijn. Geduld zal je hier niet gelukkig maken.

(Opvallend detail over die shoppingmalls: veel winkels betalen geen huur, maar staan een percentage van hun omzet af. Halen ze hun doelstelling niet? Dan verdwijnt de winkel gewoon.)

#4

Behalve mensen heb ik geen andere levende wezens gezien. Geen vogels, tenzij misschien een gouden reiger in de Gold Souk.

#5

Achter de luxe schuilt een harde realiteit. De één is expat en de ander migrant. Miljoenen laaggeschoolde arbeidskrachten houden deze stad draaiende, vaak in moeilijke omstandigheden. Een Pakistaanse taxichauffeur vertelt hoe hij met zijn visum drie jaar in Dubai mag werken, maar iedere zomer gaat hij wel naar huis omdat het hier te heet is (sic). In de horeca zie je tientallen personeelsleden, waar wij het misschien met een handvol zouden doen. Geruchten over slechte arbeidsomstandigheden in de bouw zijn legio. “But now better life for my family in Pakistan, sir,” aldus de taxichauffeur.

#6

Dubai is een kruispunt van culturen. Gespierde patsers in joggingbroeken op Nike’s. Vrouwen in abaya’s en chadors. Emirati’s in traditionele witte gewaden. Zakenlui in Chanel of Armani. En een straat vol plastische chirurgen die de stad voorzien van allerhande implantaten, fillers en botox. Ook op de lokale universiteit waar we te gast zijn, is de diversiteit stukken groter dan wat je meestal bij ons ziet. Alleen een kakelende visboer ontbreekt nog in deze smeltkroes.

#7

Er is een enorme vrijheid om (belastingvrij) te ondernemen en een westers leven te leiden, maar de regels zijn strikt. Een sigarettenpeuk op de grond gooien? Vergeet het maar. Overal hangen camera’s die non-stop alles in de gaten houden. Ze zeggen dat dit zorgt voor een veilige en ordelijke samenleving en dat privacy de prijs is. Wie hier wil wonen als buitenlander, moet verplicht een genetische test laten afnemen. Naast het belang van regels is er een diep respect voor hiërarchie. Zelfs een kleine wijziging in een programma kan voor onze gastuniversiteit een enorme impact hebben op het protocol.

#8

De studenten hier zijn allesbehalve verlegen. Ze zijn zelfbewust, gemotiveerd en grijpen elke kans die ze krijgen. Binnen het uur had ik LinkedIn-verzoeken binnen, en sommigen vroegen meteen naar stagekansen in België. Dit soort internationale samenwerking plant ongetwijfeld zaadjes bij onze studenten. Wat is er beter dan om “global” citizens op te voeden door hen samen te laten werken en vriendschappen te laten smeden?

#9

Ondanks alle bedrijvigheid voelt niet alles even levendig. In de vele wolkenkrabbers brandt er maar achter enkele ramen licht. Als ik naar het kunstmatige eiland Palm Jumeirah ga, zie ik honderden chique villa’s pal aan het water liggen, maar de stranden zijn verlaten. Als het hier zo druk is, waar is iedereen dan?

#10

Dubai roept vragen op. Wat is echt en wat is een façade? Voor ons nuchtere Vlamingen voelen lipfillers en Rolex-horloges ‘over the top’, maar voor de ‘locals’ is dit de norm. Mijn voorkeur is het niet, maar het zet je wel aan het denken over dat typisch Vlaamse “doe maar gewoon, dat is al zot genoeg”. Ambitie is hier geen vies ding.  Zou ik hier kunnen wonen? Ik denk het niet. Ik heb al best wat gezien in de wereld en de levenskwaliteit van onze Europese steden is echt ongeëvenaard. Zou ik hier op vakantie komen met mijn gezin? Ook dat niet, want er is nog zoveel meer te ontdekken in de wereld. Maar zou ik hier ooit terug komen voor werk of een kort bezoek? Ongetwijfeld, want hier gebeurt zoveel dat je nergens anders zult zien.

#epiloog

De aandachtige lezer die actief is op Bluesky kan in dit stukje minstens die drie #bluecreativity thema’s ontdekken.

De dagen lengen opnieuw

De witte bestelwagen baant zich een weg door de nevelen van het ochtendgrijs. Wie goed kijkt, kan de zilveren volle maan van de afgelopen nacht nog zien. Het is het soort poëzie die aan Yannick was voorbij gegaan tijdens zijn middelbare-schoolcarrière. A-stroom, B-stroom, doorstroom… whatever. Hij had steeds onder stroom gestaan en het bloed onder de nagels van de leerkrachten gehaald. “Een moeilijk kind” klonk het op oudercontacten. “Een dromer ook.” Zijn moeder had iedere keer geknikt, maar in het voorbijglijden van de dagen was brood op de plank haar eerste bezorgheid geweest en huiswerk een ongekende luxe.

Hij rijdt al vijf jaar rond met een witte bestelwagen en een rijbewijs B als hoogste diploma. Je hoeft geen huiswerk gemaakt te hebben om pakjes te leveren bij mensen die wel hun huiswerk hebben gemaakt. In de kerstperiode begint hij zijn ronde in het donker, rijdt een race tegen de klok en eindigt weer in het duister. De leerkrachten en hun standjes zijn vervangen door team leaders en holle frasen à la “teamwork makes the team work”. Het ontgaat hem wat de betekenis is van het woord “team” wanneer zijn vracht pakjes verveelvoudigt rond het jaareinde.

Pakje 213 zal de laatste stop van de dag én dit jaar zijn. Het is al na zevenen en je kan door de ramen mensen zien zitten rond een dampende fondupot. Pakje 213 is niet al te groot en rechthoekig. Om de tijd in de auto te verdrijven, probeert Yannick zich voor te stellen wat er in die pakjes zit en wat voor persoon het pakje gaat aannemen. In zijn gedachten gaat hij nu een romantisch boek afleveren bij de eenzame vrouw van zijn dromen zodat ze samen eindejaar kunnen vieren.

“Ding dong.” Licht gaat aan. Zacht geschuifel. Sloten die van de grendel worden gehaald en een deur die open gaat. Daar staat geen droomvrouw maar een man met rimpels, een grijze ringbaard en een debardeurke.

“Kijk eens aan. Als dat Yannick niet is.” zegt de man. Yannick moet even met de ogen knipperen.

“Meneer Vandongen?”

Yannick had met veel leerkrachten overhoop gelegen en ook bij meneer Vandongen had hij het beest uitgehangen tijdens de lessen PAV. Die meneer Vandongen was hem altijd met zachtheid blijven behandelen. Hoe vaak had Yannick zijn schouders niet opgehaald als die “Ik geloof in jou.” had gezegd.

“Zeg maar Ludo. Kom toch even binnen.”

Yannick zit in de woonkamer van zijn voormalige leraar en kan niet verklaren waarom hij een glas bizar-rood sap in de handen heeft gekregen onder het motto “Die vitaminen geven energie op mijn oude dag.” Hij heeft nog nooit van een energiedrank gehoord die Worldshake heet. Ludo babbelt ondertussen honderduit over zijn pensioen en over de beroepsschool die hij mist. Af en toe vraagt hij wat aan Yannick zoals “Hoe is het nu met je moeder?” en “Werk je graag bij Bpost?”, waarop die antwoorden geeft als “Goed” of “Bwa”.

“Ik moet vertrekken, meneer Vandongen. Het was fijn u nog eens te zien, maar mijn moeder wacht op me.”

Ludo staat recht, gebaart dat Yannick moet blijven zitten en maakt pakje 213 open. Het is een boek. Yes, denkt Yannick, dat had ik toch juist voorspeld. Het is een dichtbundel van Bart Moeyaert.

“Weet je nog dat dat we gedichten van Moeyaert hebben gelezen in de les?”

Yannick knikt. Het waren zeldzame momenten geweest in de klas dat hij een taal had gehoord die eenvoudig was en zo naar de keel deed grijpen. Hij had het steeds weggelachen want in het zesde beroeps kon ieder moment van zwakte je reputatie kosten.

“Er zijn plekken waar ik zonder glimlach niet meer langs kan. Ooit is daar een grap verteld, een kus geroofd, iets voor het eerst gedacht.”

Ondertussen is Ludo het gedicht “Eeuwigheid” luidop aan het voordragen, zoals hij in de klas deed.

“Zonder glimlach kan ik aan geen plek voorbij.” en dan zwijgt hij. De spraakwaterval van het Project Algemene Vakken klatert niet meer.
“In de zomer is mijn vrouw gestorven. Ze is zachtjes weggegleden op de langste zomerdag van het jaar. Ik had gedacht dat we voor eeuwig samen zouden zijn.”

Als er een overtreffende trap zou zijn voor awkward, moet dit het zijn, bedenkt Yannick, maar dan slaat het gezicht van Ludo om en glimlacht de oude man weer

“Ik had het voor mezelf gekocht, maar ik denk dat jij er meer aan zult hebben. Ik geloof nog altijd in jou.”

In het donker van een decemberavond rijdt Yannick naar huis. Op de passagiersstoel ligt de dichtbundel en binnen voelt hij een nieuwe energie gloeien, ook al heeft hij geen slok genomen van het Worldshakesap. Volgend jaar ga ik mijn middelbare-schooldiploma halen en mijn moeder trots maken, denkt hij. Deze keer gaat ik het echt doen. Zodra de dagen weer beginnen te lengen. Echt waar.

30 minuten uit het leven van een amateursporter

Mythes en mijmeringen over mountainbiken

08:30

Ik ben gedropt in Terlanen, een dorp met drie straten rond een kerk en deelgemeente van Overijse. Dit wordt een weekend voor mezelf op de mountainbike. Het is een cadeau voor vaderdag dat ik zelf in elkaar mocht knutselen. Het zullen 147 prachtige kilometers en 1800 hoogtemeters worden.

Continue reading “30 minuten uit het leven van een amateursporter”

Tijd voor de ravitaillering

Veldweg. Bosweg. Slijkweg. Platgetreden paadje. Bocht in. Bocht uit. Het gaat lekker op de mountainbike deze ochtend. Goede benen zouden ze zeggen in het peleton. Niet te veel gezopen de avond ervoor zeggen ze aan de start van de zondagse veldtoertocht.

Ook goede benen blijven niet oneindig stampen. Ik ben halfweg en er is in velden noch bossen een bevoorrading te bespeuren. Voor zij die het genre van de veldtoertocht niet kennen: de bevoorrading is die duistere plek (vaak een garage of vervallen schuur) waar zweterige lichamen zich volstoppen met discountersupermarkt suikerwafels en kleffe energiedrank. Het houdt de illusie staande dat dit een sportief uitje is. Echte VTT-anciens weten dat calorieën na afloop best worden aangevuld met het lokale streekbier.

“Hebben jullie de bevoorrading al gezien?” vraag ik aan twee mountainbikers met aardig wat jaren op de teller. “De bevoorrading? Je bedoelt de ravitaillering.” snoeft de éne met een Hollands accent. “Wat zijn die Belgen toch ongeduldig.” zegt de andere en ze lachen eens naar elkaar. Ik schakel een tandje sneller en mijn ego snelt vooruit.

Enkele kilometers en bekers energiedrank later klinkt het achter mijn rug “Ah, de Belg heeft de ravitaillering ook gevonden.” Ik had de heren al verslagen, maar besluit om ze te vervoegen en enkele gemeenplaatsen uit te wisselen.

Het blijkt dat die ravitaillering een begrip is onder profs. En dan zegt Meneer Ravitaillering dat hij ook nog gefietst heeft in de tijd van Merckx. “Vooral wat gewonnen in de Vuelta.” Jaja, dat zal wel, denk ik, maar zijn naam Gerben Karstens doet een vaag belletje rinkelen. We spreken al lachend af aan de volgende ravitaillering. Jammer maar helaas want ik heb goede benen.

Na afloop googel ik Gerben Karstens en – holy fuck – dit was een winnaar van 14 ritten in de Ronde van Spanje en 6 in de Ronde van Frankrijk. En ook nog een Olympische medaille én de clown van het peleton volgens Wikipedia. Wat moet Gerben niet denken over roem en vergankelijkheid.

Heel lang blijft Gerben niet in mijn hoofd ronddwalen. Telefoon. Vrouw en oudste dochter zijn met de fiets in elkaars stuur blijven haken. Met een ambulance afgevoerd. Iets met een schouder van de dochter. Als ik op spoed aankom, blijkt het een zware kneuzing te zijn maar geen breuk. Ze heeft het talent om goed te vallen (in tegenstelling tot haar vader).

Ondertussen hangt iedereen thuis in de zetel. Waar is die ravitaillering als je ze nodig hebt?

How to become an expert entrepreneur

The traditional romantic belief about entrepreneurship is that it starts with writing an excellent business plan and raising lots of money. These stories usually end with a hockey stick growth and a retirement at the Bahamas.

Don’t get me wrong. Writing a business plan is a great way to start a company. However, it is not the only way. There are also other strategies that expert entrepreneurs apply. That’s what the book Effectual Entrepreneurship is about.

If you are in for an academic perspective on entrepreneurship, here are my key learnings on the theory of effectuation.

Learn to deal with uncertainty

They say that predictions are hard, especially about the future. This joke illustrates how long-term plans and forecasts have limited value when starting a venture, especially in a new market where there are no historic data.

You can also identify the most important risks and prepare for potential mitigation scenarios. That will give you at least a feeling of control, but is that enough? Life is full of surprises.

Maybe you don’t need to predict the future. Expert entrepreneurs have strategies in place that control an unpredictable future. That is the core promise of effectuation.

History learns that many ventures were not pre-conceived. Even with a business plan in hand, businesses are not created on paper. Their plans evolve all the time. That’s why the founding team and their ability to course-correct that business plan is equally important.

Expert entrepreneurs know what they control in uncertain circumstances and they don’t try to predict what they can’t control. Hence, their focus is on controlling inputs, not on estimating the outcomes of their efforts.

Start with what you already have

Traditional entrepreneurship starts with defining a goal and then accumulates all means to achieve that pre-determined goal. But did you know that it can also work the other way around? What if you would first identify what you already have?

Think about. Most likely, you know a lot of people. You may have lots of knowledge gained through formal education and experience (on the job, or in life). And, you are someone with values passions, hobbies and interests. (I hope.)

If you first identify all these means, then you can imagine a multitude of possible destinations. In other words, you can get started right away.

Know what you can afford to lose

If you risk little, the impact of a failure is limited. So, when starting a venture, you need to know what you can afford yourself to lose.

Money is usually the first thing people want to protect. Depending on your aversion for risks, you may want to protect your long-term savings and your family home.

Next to money, there is time. Any hour you invest in one venture, is an hour you cannot put into other opportunities. But since time is endless, it’s a very different currency than cash. You can always spread your efforts over time and start slow.

Finally, there is also the opportunity cost of not starting a venture. In that case, you may be stuck forever at your dull office job.

Search for win-win partnerships

Creating partnerships with other entrepreneurs is a great way to extend your means. At the same time, it will limit your affordable losses. If you think win-win, every supplier or customer is part of a potential partnership.

In that sense, it’s important that you don’t hesitate to ask what you need. You always got a “no”, you can often get a “yes”.

Another great question to form partnerships is: “What would it take for you to work together?” Instead of focusing on a specific ask, you’ll open a totally different conversation. You may go far beyond what you had initially in mind.

Embrace all surprises on your journey

One thing is certain: you will encounter lots of surprises on your entrepreneurial journey. Don’t fight them, adapt or even better: leverage surprises to your benefit.

When something unplanned happens, it may impact your means and end-goal. That original end-goal may not in reach anymore, but you can also look at it with the glass half-full. Maybe this event created opportunities for new outcomes?

Surprises are also not always events but also new information (e.g. about your market) that you gain or new people that you encounter. So, be open for new experience and exercise that muscle to frame new opportunities.

And much more

There is so much more in Effectual Entrepreneurship, like the chapter on the balancing act between ownership, equity and control, or the ideas of entrepreneurial culture and venture identity. And then there are dozens of case studies, research references and questions for reflection. That makes the book ideal for usage in entrepreneurial education but also for any would-be entrepreneur.

Many thanks to Bart Derre who pointed me into this direction:

In any case, this book gave me a lot of food for thought. I am now going to look in my fridge and check out the ingredients I have left. I am sure there are a multitude of dishes that I can make. I just need to figure out which one.

Framing Innovation in Corona Times

“Fall in love with the problem, not with the solution.”

I was reminded about this huge design cliché when reading Frame Innovation during the Covid-19 outbreak. The author of this totally non-cliché book is Kees Dorst, a professor of Design Innovation in Australia and The Netherlands.

In his book, Dorst describes how modern problems are open (no boundaries), complex (many elements and relationships), dynamic (change over time) and networked (across organizations).

That sounded a bit like the virus outbreak we are experiencing now, right? In any case, it’s a problem that everyone is now “in love with”.

For these modern problems, all we know is what the desired outcomes are according to Dorst. However, the elements (people, things) and their relations (connections) are unknown. Therefore, traditional problem-solving techniques (like the inductive or deductive reasoning) don’t work. Elements and patters of relations emerge through a process of what Dorst calls “design abduction”.

Phew, that was a lot of designer lingo.

Let’s use the example of contact-tracing for patients infected with the SARS-CoV-2 virus to turn the abstract into the concrete.

The anticipated outcome is clear: avoiding a further spread of the Covid-19 disease by patients that were recently tested positive. On the what and how to reach this outcome, there a lot of vocal (and self-proclaimed) key opinion leaders, but there is no unanimity in the public debate.

So, let’ me be audacious and apply the key steps of the frame innovation process here and see where it brings me.

Archeology

The first step of frame innovation is to investigate the depth of the problem and look at any earlier attempts. In this case, one could study current practices for tracking tuberculosis or ebola. Or, one could investigate emerging technological solutions like contact-tracing apps or physical distancing wearables.

Paradox

At the core of really hard problems, there is paradox of two or more conflicting statements. Stating the paradox often demonstrates why the problem is hard to solve. Here I took a stab at the paradox with a few statements:

  • “Because people that tested positive may have infected other people, the government wants to know who they had close contact with.”
  • “Because people that tested positive feel stigmatized, they don’t want to share who they had close contact with.”
  • “Because people that tested positive are concerned about their privacy, they don’t want to give the government insight in their whereabouts.”
  • “Because people without symptoms don’t know if they are infected, they have no reason to ask for a test.”
  • “Because newly infected yet untested people may not experience any symptoms, they need to isolate themselves.”

Context & Field

In the next two steps of the frame creation process, designers study the current practices of all key stakeholders/decision makers and then radically widen the context to a very wide intellectual, economical, cultural and social space, mapping power, interests, values and practices.

Oh wait, that would assume (1) a high degree of transparency and (2) a profound integrity for the res publica of those key stakeholders and decision makers. That would certainly be challenge in my country ?. Let me assume for the sake of this example that miracles can happen in Belgium.

Themes

The ever-widening concentric circles of context and field will point to the key themes in the paradox. These themes uncover the deeper factors that underlie needs, motivation and experiences of all players in this wider field.

In my example, public health, privacy and economy would be self-evident themes, but we could also look beyond the obvious and think of techno-optimism, de/centralization of power or citizenship.

Frames

When common themes emerge, we can turn to the central step of the frame innovation process: the reframing of the problem situation. Every frame is a new way of looking at the problem, generating new insights and ideas for all stakeholders.

In the case of contact-tracing, I noticed that our prime minister was making an appeal for citizenship, something that is not typically Belgian. (We are known for our creativity with rules, especially tax legislation.)

One example of a frame leading to this appeal could have been:

“If the problem of contact-tracing is approached as if it is a problem of failing altruistic behaviors, then citizenship could be a central theme in the government’s communication strategy.”

Here is another example:

“If the problem of contact-tracing is approached as if it is a problem of trust in the regional and federal authorities, local community representatives could participate in contact-tracing.

Futures

In the process, you create first dozens of possible frames before you seek realistic and viable solutions. This is the moment that design abduction takes place. The “what” and “how” are getting concrete.

For example, from now on all ruling Belgian politicians will call for citizenship and become role models themselves (i.e. no lockdown barbecues or parties anymore, just to name something).

I know, I know, this is a hypothetical example, but I hope that the attentive reader of this article can apply some layers of abstraction and understand the process I aim to illustrate.

Transformation & Integration

After a critical evaluation of what can be done on the short and long term, organizations participating in the frame creation process collaborate on implementation roadmap. In the ideal situation, the newly discovered frames are integrated in the way of working of those organizations beyond, meaning that they are applied beyond the original problem situation.


You can see me referencing the long-term during a crisis situation and you will understand the ironic catch where I got trapped into. Politicians and policy makers are improvising, and their furthest outlook is two weeks.

I do believe that the frame innovation process would be an ideal method for solving the complex, open, networked and dynamic problems that we are now dealing with. However, this requires all stakeholders to let go of their current thinking and to be open to embrace new frames. Will our politicians and policy makers ever be ready to do so? ?

De Officier

“Hé Erwin, je houdt van het lezen van romans en je bent niet bang van non-fictie, toch? Heb je ooit een boek van Robert Harris gelezen?”

De Officier

Dit is hoe een vriend mij introduceerde in de historische fictie van Robert Harris. Ik had nog nooit van Harris gehoord. Hoewel hij veel boeken over het Romeinse rijk schreef, koos ik een boek uit de meer recente geschiedenis.

“De Officier” beschrijft de pogingen van de Franse legerofficier Georges Picquart om de waarheid te vinden achter de veroordeling van Alfred Dreyfus voor spionage (ook bekend als de Dreyfus Affaire).

Eerlijk gezegd had ik weinig interesse voor dit deel van de Franse geschiedenis. Hoor ik daar iemand “Boeien!” roepen? ? Leuk voor die-hard quiz fans, maar niet om mijn avonden mee door te brengen in Corona-tijden.

Awel, ik had het mis. Harris maakt van deze beroemde periode van de Franse geschiedenis een boek dat leest als een fictieve thriller. Alleen is (bijna) alles echt gebeurd. Het is alsof je een geschiedenisles volgt vanuit je luie zetel.

Wie een beetje heeft opgelet op de schoolbanken, ziet ook de verbanden met de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog. Alle Europese grootmachten zochten toen naar bondgenootschappen en bespioneerden elkaar in afwachting van een grote oorlog.

Tegen dat grote verhaal plaatst Harris de kleinmenselijke vergissingen, de leugens en het antisemitisme van enkele officieren die uiteindelijk tot het Dreyfus-schandaal leidden.

Besluit: mijn eerste boek van Robert Harris, maar zeker niet het laatste. De volgende op mijn lijstje: de 1000-bladzijden van de Cicero-trilogie. Bring it on! ?

KEY Training

Compliance training: love it or hate it? At Janssen, I hope it’s no longer a necessary evil ?.

To achieve this, my team and I had to marry the insights of Learning & Development with the requirements of Quality & Compliance. And yes, buzzwords like “design thinking” were beneficial.

I just wrote an article on our endeavor for the ? Quasar magazine of the Research Quality Association (RQA).

Scratching the surface on compliance training

What can you do on a Sunday? Well, I read a whitepaper on compliance training from the well-known eLearning Guild (you’re aiming to transform compliance training, or you’re not ?). I agree with suggestions to make compliance training more engaging, but I am missing essential points. Here we go.

My main criticism is that the concept of risk is not mentioned once (did I miss it?). For proper compliance training, one must very well understand the risk for non-compliance. Compliance training is there to mitigate risks, despite having checks & balances in procedures .

Okay, there is a relation between compliance and people’s behaviors. Typically, human errors provoke non-compliance. So, you just need to drive the right behaviors ? Well, even if people demonstrate the prescribed behaviors, the quality system can still be flawed.

Then, there is scale. Too often, compliance training is seen as the annual safety or anti-harassment training. In high-risk industries (eg pharm, aviation) people undergo +50 compliance courses per year. No one wants 50 engaging compliance games.

Also, let’s stop framing compliance training as coming from HR or Learning & Development. Compliance training in high-risk industries is rather driven outside HR or L&D than within. In my case (pharm), quality & compliance is in the driving seat.

At some point, I will need to share all my thoughts a bit broader. Stay tuned.

Photo by JESHOOTS.COM on Unsplash